Die kroeg was zo gek nog niet

column Irene de Bel

·

Het gaat niet goed met de tieners in Nederland. Uit de Gezondheidsmonitor van de GGD blijkt dat middelbare scholieren zich in toenemende mate ongelukkig en minder gezond voelen. Ze drinken en roken te veel en ze zijn verslaafd aan sociale media.

Het is het zoveelste rapport met zorgwekkende signalen over de jeugd maar in het hoofdlijnenakkoord ontbreekt een visie op de jeugd.

Het komt aan op de opvoedskills van ons als ouders. Het is een tijd van grenzen stellen en loslaten. De grens van alcohol, die sinds tien jaar is opgeschoven naar 18 jaar, is een dilemma voor veel tienerouders. Waar de ene ouder de NIX18-boodschap onverbiddelijk thuis herhaalt, zie je ook veel ouders die een oogje toeknijpen. Ook is er een groep die de alcohol zelf faciliteert onder het mom ’toen ik 16 was, stond ik ook elk weekend in de kroeg’.

En dat is precies het verschil. In de kroeg dronk je inderdaad al erg jong je eerste drankje maar wel onder toeziend oog van een kroegbaas. Het ging om een paar biertjes, waar je zo lang mogelijk mee wilde doen, want daarna was je geld op. En als iemand toch meer biertjes op had dan goed voor hem of haar was, kreeg die niks meer van de barman en stuurde de uitsmijter diegene naar zijn bedje. Maar de kroeg was zo veel meer dan een plek om drankjes te drinken. Het spannende aan de kroeg waren niet de drankjes maar de mensen die er waren. Je maakte nieuwe vrienden en kreeg er je eerste zoen. Het gaf vrijheid om zelfstandig naar de kroeg te fietsen, iedereen was daar. En als de kroeg om twee uur sloot, ging iedereen tegelijk naar huis.

Het huidige alcoholbeleid heeft niet alleen een effect op het drinkgedrag van jongeren, maar vooral ook op hun hele sociale leven. Want middelbare scholieren kunnen elkaar niet meer ontmoeten in de kroeg. Ze mogen daar niet meer naar binnen. Dus ze zijn op elkaar aangewezen om bij iemand thuis af te spreken. Daar is geen plek voor de hele klas en daar is er geen natuurlijke kruisbestuiving meer tussen verschillende sociale groepjes. Het zijn selecte clubjes die bij iemand thuis afspreken, in het huis waar veel ruimte is en de ouders niet thuis zijn. Waar niemand moeilijk doet over naar binnengesmokkelde drankflessen. Daar drinken ze wodka want dan ruiken de andere ouders bij thuiskomst niet dat hun kind gedronken heeft.

En zo hebben we met tien jaar NIX18-beleid een generatie geïsoleerde tieners gekweekt. Het ene deel zuipt zich met een geïsoleerd groepje vrienden te pletter in de kelder van een villa. Het andere deel laat zich thuis steeds dieper in het sociale isolement van hun telefoon opzuigen. Hadden ze nog maar een kroeg waar ze samen heen konden.